Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [30]Ik heb [U] mijn wegen verteld, en Gij hebt mij verhoord; leer mij Uw inzettingen. 30. Ik heb U, o Heere, mijne handelingen en gelegenheden geopenbaard, en mijne zaken U ten enenmaal bevolen, biddende dat Gij die altemaal wilt richten en bestieren naar Uw heiligen en goeden wil, en tot mijne zaligheid.